Een laboratoriumtest volgt gestandaardiseerde en reproduceerbare procedures die het mogelijk maken om de emissies van verschillende automodellen onderling te vergelijken. De vele variabelen die van invloed zijn op de daadwerkelijke emissie op de weg zijn echter nooit geheel te vangen in zo’n test.

Twee verschillende mensen rijden exact dezelfde auto onder precies dezelfde omstandigheden; hebben hun auto’s dan dezelfde emissies?
Nee, hun auto’s zullen elk verschillende emissies hebben. Dat komt vooral omdat elke individuele chauffeur een andere rijstijl heeft. De een trekt misschien harder op, neemt bochten sneller of remt forser af dan de ander die wellicht wat voorzichtiger rijdt.
Er bestaat niet één enkele emissiewaarde in de werkelijke wereld. Daarom kunnen alleen gestandaardiseerde laboratoriumtests ons de meetgegevens leveren om de emissies en het brandstofverbruik van verschillende auto’s van de diverse autofabrikanten te kunnen vergelijken.
Sinds de jaren ’80 zijn rijomstandigheden sterk veranderd en nieuwe technologieën ontwikkeld.
- Moderne auto’s beschikken over steeds meer nieuwe technologieën die een sterk effect hebben op het brandstofverbruik. Voorbeelden zijn vierwielaandrijving en een grote range aan comfortvoorzieningen (zoals airconditioning, achterruitverwarming, verwarmbare stoelen en andere elektrische systemen). Met deze voorzieningen wordt geen rekening gehouden in de NEDC-testprocedure, omdat deze nog geen gemeengoed waren toen de test werd ontwikkeld.
- Ook het rijgedrag is door de jaren heen sterk veranderd, met toenemende verkeersdrukte en veel start-stopverkeer. In sommige landen wordt een fors deel van de nieuwe auto’s gereden door zakelijk rijders met een brandstofpas; voor hen is een gunstig brandstofverbruik niet altijd de hoogste prioriteit. Daardoor kunnen de emissiewaarden die gemeten worden in de huidige laboratoriumtest (NEDC) sterk verschillen van het praktijkverbruik.
Dat neemt echter niet weg dat er grote voortgang is geboekt bij het verminderen van emissies in de praktijk. Deze zijn voor zowel CO2 als voor vervuilende stoffen flink afgenomen.
De Europese Unie legt de laatste hand aan een nieuwe laboratoriumtest, de WLTP, die ervoor zal zorgen dat metingen in het laboratorium een betere afspiegeling zijn van de emissieprestaties van de auto. Hoewel deze test nauwkeuriger is, zal ook deze niet een perfecte weergave kunnen geven van het rijden in de praktijk.
Ondanks de nauwkeurigheid van de WLTP, blijft het onmogelijk om in een gestandaardiseerde laboratoriumtest rekening te houden met alle omstandigheden die automobilisten in de praktijk tegenkomen.
Hoewel de nieuwe laboratoriumtest dus veel nauwkeuriger zal zijn, zal er nog altijd een verschil blijven tussen de meetresultaten daarvan en die in de werkelijke wereld.
De WLTP kan niet alle denkbare wereldwijde variaties bestrijken, en zeker niet individuele rijstijlen. Ook in de toekomst blijven rijgedrag, verkeer en weersomstandigheden van land tot land verschillen en daarmee zal ook het individuele brandstofverbruik blijven verschillen.
Het verschil tussen de brandstofverbruikscijfers in de voorgeschreven test en het verbruik dat autobezitters in de praktijk halen is door een aantal factoren toegenomen, waaronder technologische ontwikkelingen en veranderde rijomstandigheden.
- Moderne auto’s beschikken over steeds meer nieuwe technologieën die een sterk effect hebben op het brandstofverbruik. Voorbeelden zijn vierwielaandrijving en een grote range aan comfortvoorzieningen (zoals airconditioning, achterruitverwarming, verwarmbare stoelen en andere elektrische systemen). Met deze voorzieningen wordt geen rekening gehouden in de NEDC-testprocedure, omdat deze nog geen gemeengoed waren toen de test werd ontwikkeld.
- Ook het rijgedrag is door de jaren heen sterk veranderd, met toenemende verkeersdrukte en veel start-stopverkeer. In sommige landen wordt een fors deel van de nieuwe auto’s gereden door zakelijk rijders met een brandstofpas; voor hen is een gunstig brandstofverbruik niet altijd de hoogste prioriteit. Daardoor kunnen de emissiewaarden die gemeten worden in de huidige laboratoriumtest (NEDC) sterk verschillen van het praktijkverbruik.
Nee, autofabrikanten voldoen aan de bestaande regelgeving zoals overeengekomen door het Europees parlement en de nationale overheden. Die regelgeving verwijst naar ‘normale rijomstandigheden’, waarvoor echter geen ander protocol of testmethode bestaat dan de huidige testcyclus (NEDC). Het voldoen aan de voorschriften voor de emissie van vervuilende stoffen wordt daarom gecontroleerd met de NEDC.
Fabrikanten voldoen dus aan de voorschriften, maar wel is bekend dat de NEDC-uitkomsten niet nauwkeurig de omstandigheden op de weg weerspiegelen. De nieuwe testcyclus (WLTP) zal een betere weergave geven van de rijomstandigheden in de praktijk. Bovendien wordt deze aangevuld met de ‘Real Driving Emissions’ (RDE)-test. Die praktijktest waarborgt dat voertuigen niet alleen in het laboratorium maar ook op de weg een lage emissie van vervuilende stoffen hebben.
Het blijft onmogelijk om in een gestandaardiseerde laboratoriumtest rekening te houden met alle omstandigheden die automobilisten in de praktijk tegenkomen. Dus hoewel de toekomstige laboratoriumtest veel nauwkeuriger zal zijn, zal er nog steeds een verschil blijven tussen wat in het laboratorium wordt gemeten en emissies in de praktijk.
De WLTP kan niet alle denkbare wereldwijde variaties bestrijken, en zeker niet individuele rijstijlen. Ook in de toekomst blijven rijgedrag, verkeer en weersomstandigheden van land tot land verschillen en daarmee zal ook het individuele brandstofverbruik blijven verschillen.