De emissietests meten twee soorten emissies uit de uitlaat van uw auto: van CO2 en van vervuilende stoffen.

CO2

Klimaatverandering is een ernstige bedreiging van ons leefklimaat. CO2 is een broeikasgas dat bij een te hoge concentratie in de atmosfeer een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde veroorzaakt. Daarom proberen overheden de impact van klimaatverandering te keren door CO2-emissies uit verschillende industriële bronnen terug te dringen. De Europese Unie wil een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 80% in 2050, vergeleken met de jaren ’90. Alle economische sectoren die CO2 uitstoten moeten daaraan een bijdrage leveren. Voor de auto-industrie zijn specifieke reductiedoelstellingen geformuleerd voor personenauto’s en bestelauto’s.
De emissie van broeikasgassen, zoals CO2, gebeurt door verschillende sectoren. Energieopwekking heeft daarin het grootste aandeel, maar ook industrie, gebouwen, bosbouw en de afvalsector zijn bronnen van broeikasgassen.
In Europa is de transportsector verantwoordelijk voor 25% van de emissie van broeikasgassen. Personenauto’s en bestelbussen hebben daarin een aandeel van 13%.
EUROPESE EMISSIES VAN BROEIKASGAS PER SECTOR (2010)

Laboratoriumtests meten de CO2-emissie van personenauto’s en bestelauto’s. Deze metingen worden gebruikt om te verifiëren dat de vloot nieuwe voertuigen van een fabrikant gemiddeld niet meer CO2 uitstoot dan de doelen die de Europese Unie heeft gesteld.
Het doel voor de gemiddelde CO2-uitstoot voor de vloot een fabrikant (dat wil zeggen alle auto’s die door deze fabrikant worden gemaakt) is gesteld op 95 gram CO2 per kilometer (95g/km) voor 2021 en 147g/km voor bestelauto’s.


De EU heeft de meest uitdagende doelen ter wereld gesteld voor het terugdringen van CO2-emissies uit voertuigen.
Vervuilende stoffen

Luchtkwaliteit is belangrijk voor de gezondheid van mensen. Vervuilende uitstoot, zoals stikstofoxiden (NOx) en deeltjes (grof, PM met getal, PN), beïnvloeden de kwaliteit van de lucht die wij allemaal inademen. Er worden twee soorten deeltjes gemeten tegen de grenswaarden voor de luchtkwaliteit in de omgeving: PM2,5 en PM10 (PM2,5 zijn kleiner dan PM10 en het getal geeft de aerodynamische diameter van de deeltjes weer).
Het wegtransport draagt niet als enige bij aan luchtvervuiling. Andere bronnen zijn het verbranden van fossiele brandstoffen, industriële processen en het gebruik van oplosmiddelen, landbouw, afvalverwerking en vervuilende uitstoot uit natuurlijke bronnen. Dat laatste wordt veroorzaakt door vulkaanuitbarstingen, stof dat door de wind wordt verplaatst, zandstormen, overwaaiend zeezout en vluchtige organische stoffen uit velerlei industriële bronnen.
Meer dan 80% van de deeltjesuitstoot heeft geen relatie tot werkelijke uitlaatgasemissies door het wegtransport. In steden zorgt zelfs de luchtverplaatsing door een passerende auto of fiets er al voor dat stofdeeltje in de lucht van de omgeving worden verspreid. Onderzoek laat zien dat industriële activiteit en huishoudens (bijvoorbeeld verwarmingssystemen) een grote rol spelen in deeltjesemissie, vooral in stedelijk gebied.
Personenauto’s op de weg zijn verantwoordelijk voor 9% van de PM2,5, 5% van de PM10 en 32% van de NOx. NOx-emissies zijn doorgaans het hoogst bij stilstaand verkeer (zoals in de file) of bij het rijden op zeer hoge snelheid (op de autosnelweg).
Laboratoriumtests meten vervuilende emissies en waarborgen dat een auto niet meer vervuilende stoffen uitstoot dan is toegestaan door de Euro-normering van de Europese Unie.
Euro-normen bepalen de grenswaarden van uitlaatgasemissies voor elke nieuwe auto die in de EU verkocht wordt. Deze zijn vastgesteld in EU-verordeningen en door de jaren heen zijn steeds strengere maximum niveaus voor vervuilende stoffen ingevoerd. De meest recente Euro 6-norm geeft een grenswaarde aan van 80 mg NOx per kilometer.


De auto-industrie heeft de emissie van fijnstof naar nagenoeg nul weten terug te dringen.
Er is zeer grote voortgang geboekt in het terugdringen van zowel de CO2- als de NOx-emissie door auto’s. Het tegelijkertijd reduceren van CO2 en NOx is echter nog steeds een technische uitdaging voor autofabrikanten, omdat het verminderen van het één er vaak toe leidt dat het ander toeneeemt.
